Plato was de zoon van Ariston en Perictione. Hij werd geboren in Athene of misschien in Aegina omstreeks 428 v.Chr., een jaar na de dood van de grote staatsman Pericles. Zijn familie behoorde aan beide zijden tot de voornaamste van Athene. Van Ariston werd gezegd dat hij beweerde af te stammen van de zeegod Poseidon via Codrus, de laatste koning van Athene. De moeder van Plato was verwant met Solon, de Vroeg-Griekse wetgever, en van Critias, een van de 30 tirannen. Niets is geweten over de omstandigheden van de dood van Plato's vader. Waarschijnlijk stierf hij toen Plato nog een jongen was. Perictione trouwde dan met haar oom Pyrilampes, een bekend aanhanger van Pericles, en Plato werd waarschijnlijk in het huis van Pyrilampes opgevoed. Oorspronkelijk zou zijn naam 'Aristokles' geweest zijn, die later veranderd werd in Plato ('de brede') omwille van zijn zijn brede voorhoofd of zijn brede schouders.

Leven en werk

Aanvankelijk leek Plato zoals de meeste jongeren van zijn milieu voorbestemd te zijn tot een politieke carrière. De wreedheid van de oligarchen, die toen het bewind in handen hadden, moet hem echter afgeschrikt hebben. Na de val van de oligarchie leek het tij voor de democratie te keren, maar na de veroordeling van zijn leermeester en mentor Socrates in 399 v.Chr., keerde Plato zich af van een leven als politicus en besloot zich aan de filosofie te wijden. Plato en andere Socratici weken tijdelijk uit naar Megar, waar ze onderricht kregen van Euclides. De volgende jaren zou hij naar verluidt met reizen in Griekenland en naar Egypte en Italië hebben gevuld. In zijn (niet onbetwiste) zevende brief beweert Plato dat hij op veertigjarige leeftijd Italië en Sicilië bezocht. De genotzuchtige en zinnelijke manier waarop de mensen daar leefden vond hij weerzinwekkend, maar hij vond een zielsverwant in Dion, schoonbroer van Dyonisius I en heerser van Syracuse.

Oprichting van de Academie

Omstreeks 387 v.Chr. stichtte Plato de Akademia (Academie) als instituut voor systematisch onderricht en research in filosofie en wetenschap. Hij zou tot aan zijn dood hoofd van de Academie blijven. Zijn leerling Aristoteles was 20 jaar aan de Academie verbonden, eerst als student, later als leraar.

Syracuse: politiek intermezzo

Een wat vreemde periode in het leven van Plato is zijn bemoeienis met de politiek van Syracuse. Toen Dyonisius I in 367 v.Chr. stierf, nodigde Plato's vroegere vriend Dion hem uit om in Syracuse de opvoeding van de nog jonge troonopvolger, Dionysius II, op zich te nemen. Zijn plan was om zijn ideeën over de filosoof-koning in de praktijk om te zetten, en hij onderrichte Dyonisius in filosofie en wetenschap. Het plan stierf een vroegtijdige dood doordat de jonge Dyonisius uit jaloezie Plato's vriend Dion liet verbannen. Dion zou later een staatsgreep plegen, maar werd na enkele jaren gevangenisstraf in 345 v.Chr. vermoord. Plato zelf stierf in 348/347 v.Chr.

Wijsgerige stellingen

In de eerste plaats werd Plato beïnvloed door zijn leermeester Socrates, wat ook duidelijk blijkt uit de aanwezigheid van Socrates in de dialogen. Bovendien onderging hij ook invloed van Heraclitus, Parmenides, en de pythagoreeërs:

  • Heraclitus invloed blijkt uit Plato's verwerping van de zintuiglijke wereld als bron van kennis. Immers, zoals Heraclitus al aangetoond had, was alles om ons heen veranderlijk. ("Panta Rei")
  • Parmenides leerde dan weer dat het Zijn onvergankelijk, één en ondeelbaar moest zijn. Een voorafschaduwing van wat Plato later met zijn Idee van het Goede en de eeuwige Vormen bedoelde.
  • Pythagoras leer van de onsterfelijkheid van de ziel en zijn getallenleer

Plato's belangrijkste filosofische denkbeelden kunnen we als volgt samenvatten:

  • zijn ontwerp van een ideale staat (zijn versie van een 'utopia'), vooral uitgewerkt in de Staat.
  • zijn ideeënleer, in Phaedo, Phaedrus, Symposium en Meno.
  • zijn opvatting van de ziel en de onsterfelijkheid, in Phaedo
  • zijn kosmologie, vooral in Timaeus
  • zijn concept van kennis als herinnering in plaats van als gewaarwording, in Theaetetus.