Arthur Schopenhauer (Danzig, 22 februari 1788 – Frankfurt am Main, 1 september 1860) was een Duits filosoof wiens filosofie werd beïnvloed door Plato, Immanuel Kant en de leer van de Upanishads. Hij had een uitgesproken pessimistische visie op het leven, omdat het leven voor hem gelijkstond aan [willen en willen onvermijdelijk resulteerde in lijden. De belangrijkste thema's van zijn filosofische gedachten zijn aanwezig in zijn magnum opus Die Welt als Wille und Vorstellung ('De Wereld als Wil en Voorstelling'), gepubliceerd in 1819.
Jeugd en studietijd
In zijn jeugd reisde Schopenhauer uitgebreid naar Duitsland, Frankrijk en Engeland. Zijn moeder Johanna was een schrijfster en door haar maakte Arthur kennis met Johann Wolfgang von Goethe, August Wilhelm von Schlegel en de gebroeders Grimm. Hij studeerde voor een korte periode geneeskunde aan de universiteit van Göttingen en ging dan naar Berlijn om filosofie te studeren. In 1813 ontving hij een doctoraat in Jena voor zijn proefschrift Über die vierfache Wurzel des Satzes vom zureichenden Grunde (Over de viervoudige wortel van het beginsel van voldoende grond) waarin hij de basis legde voor zijn latere filosofie.
Filosofie
De Wereld als Wil en Voorstelling
Schopenhauer begint zijn boek met de zin "De Wereld is mijn idee". Hiermee hij wil zeggen dat wat we weten van de buitenwereld geen ervaring is: het is ons idee van de wereld zoals wij die kennen door ons waarnemend bewustzijn. De Griekse filosoof Plato maakte al een onderscheid tussen de fenomenale wereld en de echte wereld van de Ideeën, en in de 18e eeuw stelde Immanuel Kant dat er aan de ene kant de wereld van de zintuigen was, en aan de andere kant het ding op zichzelf, het ding dat onbekend blijft als gevolg van de beperkingen van ons kenvermogen. Nu, wat Schopenhauer 'de wereld als idee' noemt, is natuurlijk precies het tegenovergestelde van wat Plato bedoelde met "Idee" in zijn theorie van de vormen. De wereld als idee is de wereld zoals wij die ervaren. Wat Kant 'het ding an sich' en wat Plato 'Idee' of 'Vorm' noemde, noemt Schopenhauer "de Wereld als Wil". Het verwijst naar het geheel van alles wat bestaat, en het is een ondeelbaar geheel dat we niet kunnen vatten met ons verstand. Maar er zijn manieren waarop we een glimp kunnen opvangen van de andere (noumenale) kant van de werkelijkheid: door de ervaring van ons eigen lichaam (dat deel uitmaakt van de Wil), en door middel van kunst en muziek.
Schopenhauers Wereld als Wil en Voorstelling bestaat uit vier delen:
- in het eerste deel bespreekt hij het verschil tussen de wereld zoals we die kennen en 'de wereld als Wil';
- in het tweede deel suggereert hij dat er een dieper liggende werkelijkheid bestaat dan de werkelijkheid zoals de wetenschap beschrijft, een wereld waarvan we een glimp kunnen opvangen als we ervaren hoe ons lichaam beweegt;
- in het derde deel geeft hij een gedetailleerde bespreking van de kunst. Door "het sublieme" in de kunst te beschouwen, ervaren we een glimp van de Wil, een gevoel dat zeer vergelijkbaar is met het bewonderen van prachtige en indrukwekkende taferelen in de natuur;
- in het vierde deel neemt zijn pessimisme de overhand: hij legt uit waarom er geen ontsnappen aan het lijden mogelijk is in de wereld omdat we de blinde kracht van de Wil (het verlangen) het zwijgen niet kunnen opleggen. Het enige wat we kunnen doen, is een leven van ascese leiden, waarbij we zo goed mogelijk onze verlangens trachten te onderdrukken. Dit kan ons behoeden voor al te veel lijden.
Maak jouw eigen website met JouwWeb