Søren Aabye Kierkegaard (1813-1855) was een 19e-eeuwse Deense filosoof en theoloog. Hoewel hij een vrij geïsoleerd leven leidde, werd hij toch bijzonder invloedrijk nadat zijn werken na zijn dood in het Duits werden vertaald.

Men noemt hem soms "de vader van het existentialisme". Zijn werken vormen een reactie tegen de toenmalig dominante hegeliaanse filosofie en bereidden de weg naar het moderne existentialisme. Vroege existentialistische denkers zoals Karl Jaspers (1883-1969) en Martin Heidegger (1889-1976) en, later, Jean-Paul Sartre (1905-1980), inspireerden zich sterk op Kierkegaards analyse van wanhoop en vrijheid.

Kierkegaards literaire stijl wordt gekenmerkt door het gebruik van ironie, satire, parodie, humor, polemiek en een dialectische methode van "indirecte communicatie", met de bedoeling om de lezer intenser bij het onderwerp te betrekken en zijn inzicht in existentiële kwesties te verdiepen. De thema's die hij behandelde waren filosofisch, theologisch, psychologisch en literair van aard en spitsten zich toe op angst, wanhoop, melancholie, herhaling, innerlijkheid, ironie, existentiële fasen, erfzonde, erfzonde, het absurde, liefhebben als plicht, opoffering en verleiding. In zijn werk nam hij Socrates en Jezus Christus als zijn rolmodellen. 'Vrees en beven', gepubliceerd in 1843, is waarschijnlijk zijn bekendste boek.